Ambulante begeleiding
De werkwijze van een ambulant begeleider begint altijd met een kennismaking. Nadat er een indicatie is vastgesteld vanuit de WMO/ WLZ of PGB, worden er samen met de cliënt, de gemeente en de ambulante begeleider persoonlijke doelen opgesteld.
Vervolgens wordt er een begeleidingsplan gemaakt, waarin helder staat beschreven waar de begeleiding zich op richt. De behoeftes en wensen van de cliënt staan hierin centraal. Deze doelen worden ook opgenomen in het persoonlijke zorgplan. Na een periode van ongeveer 6 tot 12 maanden ga je samen met je ambulant begeleider en de gemeente weer om tafel om de voortgang van je persoonlijke doelen te bespreken. Tijdens dit gesprek wordt de afgelopen periode besproken.
Als gevolg hiervan kunnen doelen worden afgerond of worden bijgesteld. Ook kunnen er nieuwe doelen worden opgenomen in het zorgplan. De begeleiding vindt meestal wekelijks plaats bij de cliënt thuis. Als dit niet mogelijk is, beschikken we over kantoorruimte waar gesprekken gevoerd kunnen worden. In overleg met de begeleider worden hier afspraken over gemaakt.